Waterproductie in Vlaanderen

Startpagina >>> Ecosysteemdiensten >>> Waterproductie

Waterproductie in Vlaanderen

Definitie van waterproductie

Productie van oppervlakte- en grondwater van goede kwaliteit voor menselijk gebruik.

Toelichting

Watervoorziening kan de levering van een brede waaier aan watertypes omvatten. Hierbij staan de ecosystemen in voor de levering van een voldoende hoeveelheid water van de geschikte kwaliteit. Het water kan dan gebruikt worden voor drink (of leiding)water productie, irrigatie-, proces-, koelen navigatiewater. Hierbij moet het gebruikte water van een voldoende kwaliteit zijn zodat dit, al dan niet na verwerking, aan de normen of vereisten voor het bestemde gebruik voldoet. In het NARA-T-2014-rapport m.b.t. “Waterproductie” ligt de focus op het aandeel van het waterverbruik dat door de watermaatschappijen wordt vermarkt, ook al maken de sectoren energie, industrie, landbouw en scheepvaart in zeer grote mate gebruik van water buiten dit circuit. Het focussen op de data uit watermaatschappijen heeft drie redenen:
  1. data voor toestand en trends zijn gedocumenteerd door de watermaatschappijen en onderling vergelijkbaar;
  2. de hydrologische en ecologische processen die het aanbod van waterproductie bepalen zijn geldig voor watervoorziening in bredere zin;
  3. de gebruikers van drinkwater vertegenwoordigen de brede socio-economische context voor watervoorziening in bredere zin.
Zowat elk landgebruik –met uitzondering van de verdichte oppervlaktes- levert potentieel mee aan het aanbod voor waterproductie enerzijds en zorgt anderzijds – met uitzondering van quasi-natuurlijke infiltratiegebieden – voor een bepaalde mate van verbruik. Bovendien zijn de verschillende bronnen in verschillende mate hernieuwbaar. Dit alles maakt de interpretatie van beschikbare cijfers erg delicaat.  

Referenties

  • Aanvullen...

Waarom is deze dienst belangrijk 

Het belang van waterproductie als essentieel goed voor ons welzijn is enorm. Leidingwater is in de eerste plaats van groot belang als drinkwater, maar wij zijn daarnaast ook voor onze hygiëne en gezondheid voor een groot deel afhankelijk van de continue beschikbaarheid van kwalitatief leidingwater. Leidingwater wordt dagdagelijks gebruikt voor onze persoonlijke hygiëne (douches, handen wassen etc.) als ook voor het behouden van een gezonde levensomgeving (toiletten, poetsen, etc.). Heel wat voedselproducerende en verwerkende processen zijn ook afhankelijk van leidingwater voor de productie van veilig en hoogkwalitatief voedsel. Iedereen (huishoudens, industrie en landbouw) die aangesloten is op het waterleveringsnet en geen alternatieven heeft is er sterk van afhankelijk voor het behoud van zijn welzijn. Drinkwatervoorziening is essentieel voor ieder individu en is van grote waarde voor veel industriële en agro- processen. De specifieke voordelen die de verschillende stakeholders uit deze dienst halen zijn erg uiteenlopend, omdat waterbeschikbaarheid voor heel wat sectoren belangrijk is. Huishoudens halen grote voordelen uit deze dienst in functie van gezondheid. Landbouwers en industrie halen dan weer hun voordeel in betere oogsten en goede productieprocessen. De meeste van deze voordelen kunnen in niet-monetaire termen (bv. de hoeveelheid oogst) als ook monetaire termen (bv. verminderingen qua opbrengsten) worden uitgedrukt. Op basis van de dalingen van de grondwatertafels en de ontwikkeling van de afpompingskegels en de beoordeling van milieucriteria kan er nagegaan worden of het grondwater op een duurzame manier gebruikt wordt. De economische waardering van watervoorziening (als waarde per m³) kan gebeuren op basis van verschillende waarderingsmethoden, bv. op basis van marktprijzen, vermeden schadekosten, productiekosten, gereveleerde voorkeuren of uitgedrukte voorkeuren: 
  • Marktprijzen voor drinkwater liggen op dit moment gemiddeld rond 1.6 €/m³ voor drinkwatervoorziening, excl. saneringsbijdragen. Deze prijzen reflecteren echter eerder de kosten die drinkwatermaatschappijen maken om het water op te pompen, de kwaliteit ervan te verbeteren en te distribueren en zijn geen juiste vertrekbasis voor waardering.
  • Vermeden schade methodes gaan uit van schaarste die ontstaat als we niet langer grondwater onttrekken. Daardoor ontstaan economische verliezen elders. Hoe groter de economische gevolgen, des te meer prioriteit gelegd kan worden in het behoud van dit watergebruik. De gewaardeerde impacts voor diverse sectoren kunnen sterk uit elkaar liggen (bv. toenamen van wachttijden aan sluizen voor scheepvaart kosten 5 €/1.000m³ bij een wachttijd tot 100min, productieverlies in de landbouw kan variëren van 0,5 tot 18 €/m³, verlies aan productie in de industrie kan variëren van 5 tot 200 €/m³ omzetverlies bij onbeschikbaarheid water, enz…). Ook dit lijkt een minder goede vertrekbasis om de baten van grondwaterwinning te waarderen, gezien dit vooral betrekking heeft op schaarste van oppervlaktewater en op tijdelijke omstandigheden van extreme droogte.
  • De vermeden kosten methode heeft als uitgangspunt om de meerkost voor vooral drinkwatermaatschappijen te bepalen als ze zelf minder grondwater kunnen winnen en meer water moeten inkopen bijvoorbeeld vanuit Wallonië.
  • Op basis van de “gereveleerde voorkeuren”, een methode die uitgaat van de vastgestelde betalingsbereidheid van maatschappijen of bedrijven voor het realiseren van meer natuur ten behoeve van waterwinning.
  • Een laatste wijze om de welvaartseffecten van risico’s op droogte in te schatten kijkt niet naar vastgesteld betalingsgedrag (“revealed preference”-approach) maar naar uitgedrukte voorkeuren (“stated preference”-approach). Informatie over die voorkeur wordt verkregen door de doelgroep, in dit geval de burger, rechtstreeks te bevragen naar zijn “bereidheid tot betalen” onder alternatieve scenario’s waarin deze risico’s beperkt worden.
  • Tot slot kan ook gekeken worden naar de heffingen op grondwaterwinning. Deze bedragen 7,5 eurocent (weliswaar geïndexeerd) per m³ gewonnen water. Dit kan beschouwd worden als een vergoeding van de milieu- en hulpbronkosten (zoals geformuleerd binnen de kaderrichtlijn water en afhankelijk van gebiedsfactoren en het debiet). Dit is de bestaande effectieve bijdrage van maatschappijen en is een ondergrens voor de waardering.
  Het belang van de ecosysteemdienst waterproductie is natuurlijk ook de resultante van het aanbod en de vraag naar water. De grote lijnen van het huidige verbruik illustreren dat de productie van water door ecosystemen (inclusief de hydrologische fluxen en aanvulling van voorraden) belangrijk is voor tal van maatschappelijke sectoren, en dat het water vandaag wordt gehaald uit verschillende bronnen (waarvan een significant deel zich buiten Vlaanderen bevindt en/of nazuivering vraagt voor gebruik). De vraag naar zuiver water vanuit Vlaanderen is dus groter dan het aanbod vanuit de bronnen in Vlaanderen:
  • De lange-termijn bron van water is de neerslag welke wordt gecapteerd in watervoerende lagen. In Vlaanderen valt er jaarlijks gemiddeld zo’n 800 mm neerslag, wat overeenkomt met 11 miljard m³ water.
  • De term waterschaarste wordt gebruikt als de waterbeschikbaarheid minder is dan 1.000 m³/inw./jaar (MIRA 2013). Dit gaat niet over de hoeveelheid water die per persoon beschikbaar is voor persoonlijk gebruik, maar omvat ook het water dat indirect gebruikt wordt voor voorzieningen en sectoren die maatschappelijk essentieel zijn (drinkwater, algemeen gebruik huishoudens, industrie, energieproductie, landbouw, scheepvaart, enz…). Tekorten kunnen dan ook een grote maatschappelijke impact hebben: waterschaarste kan de productiviteit van landbouwgewassen en het vee aantasten, lage waterstanden in rivieren en kanalen kunnen leiden tot beperkingen voor de scheepvaart en elektriciteitsproductie in gevaar brengen omdat er te weinig koelwater beschikbaar is.
  • Ondanks de niet onaanzienlijke neerslag, is Vlaanderen een relatief waterschaarse regio. Door de hoge bevolkingsdichtheid bedroeg het langjarig jaargemiddelde van de waterbeschikbaarheid 834 m³/inw./jaar in 2007 (MIRA-T 2009). Volgens andere berekeningsmethodes ligt dit tussen de 1150 m³/inw./jaar en de 1700 m³/inw./jaar (MIRA 2013). Dit betekent dat Vlaanderen en Brussel internationaal als een regio met een “ernstig watertekort” worden beschouwd.
  • De actuele waterbeschikbaarheid kan door variaties in neerslag sterk verschillen tussen jaren en seizoenen.
  • Naast de beschikbaarheid per jaar wordt het wateraanbod vaak ook uitgedrukt in een jaargemiddeld debiet (m³/s). Tussen 2003 en 2006 bedroeg in Vlaanderen het wateraanbod gemiddeld 245 m³/s. In Vlaanderen werd daarvan gemiddeld 23,8 m³/s (of ca. 750 miljoen m³ water/jaar) van diverse oorsprong gebruikt (Michielsen et al. 2012).
Het totale waterverbruik in Vlaanderen is erg verscheiden. Zo zijn cijfers over het verbruik van niet-leidingwater door industrie, landbouw, huishoudens, enz… versnipperd over verschillende administraties, is de interpretatie ervan ook complex en de vergelijkbaarheid laag. Sommige stromen ontbreken zoals verbruik door kanalen in de reguliere rapportages. Een essentieel gegeven is het onderscheid tussen enerzijds watergebruik (waarbij het water wordt gebruikt en (herbruikbaar) terugkeert naar het systeem), en anderzijds waterverbruik (waarbij het water wordt geconsumeerd). Na verbruik is water uit het systeem verwijderd (versassen naar zee, verdamping, etc.) of in een niet onmiddellijk bruikbare (vb. vervuilde) toestand gebracht. Het samenbrengen van de data uit verschillende administraties, sectoren en is één van de grootste kennishiaten om beter zicht te krijgen op de vraag naar water, de rol van ecosystemen in het aanbod van water en de impact van het gebruik van water op ecosystemen binnen en buiten Vlaanderen. Basisvragen rond het al dan niet duurzaam gebruik van water op Vlaams niveau kunnen niet worden beantwoord zonder dergelijke oefening te maken.
Referenties
  • Referenties aanvullen...

Gradiënt groen/grijs

De gradiënt natuurlijk-technologisch (of “groen” versus “grijs”) beschrijft in welke mate de ecosysteemdienst kan geleverd worden op basis van meer natuurlijk werkende ecosystemen of via door de mens beïnvloede ecosystemen. Watervoorziening wordt bepaald door de hoeveelheid en de kwaliteit van het water. De ecosysteemdienst waterproductie moet worden gezien langs een gebruiksgradiënt, waarin natuurlijke systemen een grote dan wel kleinere rol spelen:
  • In een ideale situatie is het water van een perfecte kwaliteit (zuiver bronwater) en is er –behalve het oppompen en verdelen – geen technische ingreep nodig om het gebruik mogelijk te maken.
  • In de meeste situaties haalt het water echter niet de vereiste kwaliteit en moet er een vorm van nazuivering worden toegepast. Zelfs zuiver bronwater moet soms worden behandeld omdat concentraties van bepaalde elementen te hoog kunnen liggen (bv. ijzer).
  • In de meest extreme gevallen kan afvalwater worden gezuiverd of zeewater van haar zout (in Vlaanderen niet toegepast) ontdaan door middel van een combinatie van technieken. Bij afvalwaterzuivering wordt het water soms opnieuw geïnfiltreerd in de bodem als laatste zuiveringsstap, waarna het opnieuw wordt opgepompt. Hierbij kan dus ook rechtstreeks gebruik worden gemaakt van ecosystemen.
Naast technieken voor waterkwaliteitsverbetering is ook het transporteren van water met een betere kwaliteit over grote afstanden een technologische overweging. Voorbeelden hiervan zijn het Albertkanaal dat Maaswater aanvoert of leidingen die zuiverder grondwater aanvoeren uit Wallonië.  
Referenties
  • Referenties aanvullen...

Enkele belangrijke vaststellingen

Kort samengevat zijn hier alvast enkele van de belangrijkste vaststellingen uit het NARA-T-2014-rapport (bron, 2014):
  • Vlaanderen kampt met een “ernstig watertekort”, de beschikbaarheid van water per persoon is zeer laag in vergelijking met de andere OESO landen. Duurzaam gebruik van water is dus erg belangrijk.
  • Tal van sectoren hangen af van waterproductie van verschillende kwaliteit: zoet of zout, en in verschillende zuiveringsgraden afhankelijk van het gebruik. Verbruik is het gebruik van water dat daarna niet meer beschikbaar is. De grootste (zoet oppervlakte-) waterverbruikers zijn de scheepvaart, de energiesector en de industriesector (samen 90%).
  • Data over grondwaterverbruik en oppervlaktewaterverbruik zitten verspreid over verschillende administraties en zijn vaak moeilijk vergelijkbaar want gemeten met verschillende bedoelingen. Zowel de aanbodprocessen als de gebruikseffecten voor beide bronnen zijn sterk grensoverschrijdend. Ruimtelijke indicatoren voor deelprocessen kunnen wel worden opgesteld.
  • De data van de watermaatschappijen laten toe trends in aanbod en gebruik van drinkwater na te gaan, maar deze volumes vormen slechts een klein gedeelte van het totale waterverbruik.
  • Gespannen grondwaterlagen zijn erg kwetsbaar voor niet-duurzame ontginning. Hierbij wordt rekening gehouden met de aanvullingssnelheid en met mogelijke negatieve effecten op waterafhankelijke habitats.
  • Verandering in landgebruik is de belangrijkste driver voor wijzigingen in het aanbod van deze ecosysteemdienst. Ook wetgeving speelt een belangrijke rol, zoals de kaderrichtlijn water, en de normen rond waterkwaliteit en grondwaterwinning.
  • Het begrijpen van deze ecosysteemdienst en het beantwoorden van vragen rond aanbod, vraag en duurzaam gebruik vereisen een integratie van de vaak complexe data en modellen m.b.t. waterhoeveelheid en -kwaliteit, -gebruik en -verbruik. Gezien de lage beschikbaarheid van water en de grote maatschappelijke afhankelijkheid is deze integratie dringend nodig.

Referenties

  • Aanvullen...

Foto's en sfeerbeelden

Relevante kaarten

De volgende kaartlagen kunnen relevant zijn bij een beoordeling van de dienst "waterproductie"
  • Aanbod (potentieel):
    • fysische geschiktheid voor grondwaterproductie i.f.v. het grondwaterinfiltratiepotentieel (NARA);
    • potentieel aanbod grondwaterproductie o.b.v. actuele infiltratie (NARA);
    • potentieel aanbod grondwaterproductie: 6 kaarten (respectievelijk met uitgemiddelde waarden per ruwe, middelmatige en fijne landgebruiksklassen) (NARA);
    • verschil tussen potentiële en actuele infiltratie grondwater (NARA);
  • Gebruik (actueel):
    • pompwaterkegels (Ecoplan);
    • relatieve onttrekkingsgraad (NARA). 
De volgende kaartlagen kunnen eveneens - direct of indirect - relevant zijn bij het beoordelen van de de dienst "waterproductie": 
  • Landgebruik met hoog risico op grondwatervervuiling (Ecoplan);
  • Toegekende grondwatervergunningen (DOV Bodemverkenner);
  • Focusgebieden nitraat Mestdecreet (Geopunt). 
Tot slot moet zeker en vast ook gewezen worden op de relatie met andere diensten waarvoor eveneens heel wat kaarten beschikbaar zijn, o.a. met voor de diensten: 
  • natuurlijke waterzuivering: o.a. de kaart van de actuele nitraat-uitspoeling door bemesting (Ecoplan), de kaarten m.b.t. actuele en potentiële denitrificatie, enz... (Ecoplan) en de kaart met de ecologische typologie van waterlopen i.f.v. vervuiling (Geopunt);
  • behoud van bodemvruchtbaarheid: o.a. kaart met de fysische geschiktheid voor behoud van bodemvruchtbaarheid (NARA), kaarten m.b.t. de koolstofvoorraad in akkerland en grasland (NARA), kaarten m.b.t. N-opslag en P-opslag (Ecoplan) en de kaart met bodemtypes (Geopunt);
  • overstromingsbeheer: o.a. kaarten m.b.t. overstromingsgevoeligheid (NARA) en de kaart met de combineerbaarheid van het landgebruik met waterberging in recent overstroomd gebied (NARA);
  • vermijden van erosie: o.a. kaarten met actuele watererosie (NARA), kaarten met erosiefactoren, preferentiële stroombanen van modderstromen, enz... (Ecoplan) en de kaart m.b.t. vermeden erosie (Ecoplan);
  • regulatie van het globaal klimaat: o.a. kaart met het verschil tussen de huidige en de potentiële C-opslag in de bodem en de invloed van drainage of grondwaterwinning (Ecoplan).

Extra informatie

Kort overzicht van enkele recente projecten (bv. LNE, LV, ILVO, VLM, Inagro, INBO, provincies, ... en andere partners) met links naar de desbetreffende websites/rapporten.

Foto’s in de hoofding: www.pixabay.com
Laatste update: 23/08/2017

Meest recente berichten