Groene ruimte voor recreatie in Vlaanderen

Startpagina >>> Ecosysteemdiensten >>> Groene ruimte voor recreatie

Groene ruimte voor recreatie in Vlaanderen

Definitie van groene ruimte voor recreatie

De groene ruimte voor dagdagelijkse buitenactiviteiten in de woon- en werkomgeving (het zgn. “nabij groen”) en de ruimte voor recreatieve buitenactiviteiten (het “recreatief groen”).

Toelichting

In onze moderne samenleving is het spontane, dagelijkse contact met de natuurlijke omgeving sterk afgenomen. In urbane omgevingen zijn groene ruimtes voor buitenactiviteiten vaak schaars. Hierdoor moeten buitenactiviteiten doelbewust ingepland worden in verder afgelegen groene ruimtes. Daarnaast stellen we vast dat er grote verschillen bestaan wat betreft de ‘exclusiviteit’ van buitenactiviteiten. Afhankelijk van de benodigde ruimte, infrastructuur en het materiaal variëren buitenactiviteiten wat betreft het aandeel mensen dat kan deelnemen aan de activiteit (Simoens et al, 2014). Op basis van deze vaststellingen zouden alle buitenactiviteiten ingedeeld kunnen worden in vier groepen naargelang hun samenhang met het dagelijks leven en de ‘exclusiviteit’ van de activiteit (Simoens et al, 2014):
  • Groep 1: Buitenactiviteiten die sterk verweven zijn met het dagelijks leven en weinig-exclusief zijn: Deze buitenactiviteiten worden heel regelmatig gedaan en kunnen een functioneel en/of recreatief karakter hebben, zoals het uitlaten van de hond, het spelen van kinderen, verplaatsingen te voet of per fiets naar school, het werk of de winkel, korte wandelingen in de buurt, joggen in de buurt, het ontmoeten van buren, enz… Groene ruimtes in de directe omgeving betekenen een meerwaarde en stimuleren deze activiteiten. “Weinig-exclusief” wil zeggen dat de activiteiten door zo goed als iedereen kunnen gedaan worden.
  • Groep 2: Buitenactiviteiten die sterk verweven zijn met het dagelijks leven en eerder-exclusief zijn: Het gaat hier eveneens om de regelmatige, dagdagelijkse contacten met de natuurlijke omgeving, maar dan in eigen tuin of op eigen grond. Buitenactiviteiten zoals spelen, tuinieren tot zelfs de was ophangen in eigen tuin, het houden van een eigen paard of neerhofdieren en andere vormen van hobbylandbouw zijn eerder-exclusief, omdat ze niet voor iedereen weggelegd zijn.
  • Groep 3: Buitenactiviteiten die recreatief en weinig-exclusief zijn: Recreatieve buitenactiviteiten in de groene ruimte zijn een vorm van vrijetijdsbesteding. Het verschil met activiteiten verweven met het dagelijks leven is dat ze minder frequent gebeuren en mensen zich hiervoor verder van huis willen verplaatsen. Dit type activiteiten heeft een minder- exclusief karakter omdat ze kunnen uitgeoefend worden in openbare en toegankelijke private groene ruimtes en als medegebruik van andere landgebruiken. Het gaat bijvoorbeeld om wandelingen en fietstochten maken, vogels bekijken, hengelen, landschapsschilderkunst, bezinnen, natuureducatie, enz… Een grote groep mensen kan mits een kleine investering aan deze activiteiten deelnemen.
  • Groep 4: Buitenactiviteiten die recreatief en eerder-exclusief zijn: Het betreft recreatieve buitenactiviteiten die niet door iedereen kunnen gedaan worden. Er is een bepaalde drempel om deze activiteiten te ondernemen doordat de toegankelijkheid van de groene ruimte voor de activiteit beperkt is en/of een grotere investering vraagt in materiaal en/of lidgeld. Voor dit type activiteiten is medegebruik van andere landgebruiken minder evident. Het betreft activiteiten als hengelen in een privé club, jagen, golfen, paardrijden, een bezoek aan een safaripark, motorcrossen, atletiekbeoefening, vliegen met miniatuurvliegtuigen, ULM en sportvliegtuigen, enz…
Alle buitenactiviteiten zouden geplaatst kunnen worden langsheen een gradiënt die varieert van toegankelijk voor iedereen tot zeer exclusief (zie X-as Figuur 1) en een gradiënt gaande van verweven met het dagelijkse leven tot occasioneel ondernomen buitenactiviteiten (zie Y-as Figuur 1). Het NARA rapport m.b.t. groene ruimte voor recreatie bespreekt enkel de groene ruimte voor weinig-exclusieve activiteiten (de linkerkant van Figuur 1). Enerzijds, wordt de groene ruimte voor de weinig-exclusieve buitenactiviteiten, verweven met het dagelijks leven besproken (groep 1). Anderzijds wordt de ruimte voor weinig-exclusieve, recreatieve buitenactiviteiten besproken (groep 3) (Simoens et al, 2014).

Het NARA rapport m.b.t. groene ruimte voor recreatie bespreekt de groene ruimte voor weinig-exclusieve activiteiten


Referenties

  • Simoens I., Thoonen M., Meiresonne L. en Van Daele T. (2014). "Hoofdstuk 26 – Ecosysteemdienst groene ruimte voor buitenactiviteiten." (INBO.R.2014.1987887). In Stevens M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel

Waarom is deze dienst belangrijk 


Referenties
  • Referenties aanvullen...

Gradiënt groen/grijs

De gradiënt natuurlijk-technologisch (of “groen” versus “grijs”) beschrijft in welke mate de ecosysteemdienst kan geleverd worden op basis van meer natuurlijk werkende ecosystemen of via door de mens beïnvloede ecosystemen.
Referenties
  • Referenties aanvullen...

Enkele belangrijke vaststellingen

Kort samengevat zijn hier alvast enkele van de belangrijkste vaststellingen uit het NARA-T-2014-rapport (bron, 2014):
  • Het belang van de ESD in onze huidige maatschappij is aanzienlijk. De groene ruimte biedt mensen een plek om te bewegen en in contact te komen met de natuurlijke omgeving.
  • Mensen zijn zich steeds meer bewust van de positieve invloed van buitenactiviteiten op hun fysiek, geestelijk en sociaal welzijn en de algemene ontwikkeling van kinderen. Omwille hiervan worden groene ruimtes druk bezocht in de vrije tijd, maar ook voor dagdagelijkse activiteiten bieden ze een aangename omgeving.
  • In de stedelijke omgeving zijn groene ruimtes vaak schaars. Ongeveer 21 % van de bevolking in Vlaanderen beschikt niet over een groene ruimte op wandelafstand voor dagdagelijks gebruik.
  • Niet alle groene ruimtes zijn even aantrekkelijk voor recreatieve activiteiten zoals wandelen en fietsen. De aantrekkelijke groene ruimtes voor recreatie en beleving zijn ongelijk verdeeld over Vlaanderen. De meest aantrekkelijke vinden we terug ter hoogte van de IJzervallei, Heuvelland, de Oostkust- en Scheldepolders, de valleien van grotere rivieren, de Vlaamse Ardennen, het Zoniën- en Meerdaalwoud, de Kempense natuur- en bosgebieden, Haspengouw en Voeren.
  • Veel mensen in Vlaanderen hebben een hectische en zittende levensstijl die zich binnen afspeelt. Hieruit ontstaat, in combinatie met de sterke verstedelijking, een vraag naar een kwalitatieve groene ruimte voor buitenactiviteiten.
  • Een hoge biodiversiteit betekent een meerwaarde voor beleving en recreatie. Een hoge biodiversiteit is één van de aspecten van groene ruimtes die positief gewaardeerd wordt door mensen. Intensief gebruik van groene ruimtes voor buitenactiviteiten kan een bedreiging vormen voor de biodiversiteit, vooral door verstoring van fauna.
  • Het realiseren van voldoende kwalitatief, toegankelijk en bereikbaar groen staat hoog op de beleidsagenda in Vlaanderen. Hierbij gaat ook aandacht uit naar een gelijke beschikbaarheid van groen voor elke burger. Buurtgroen wordt gezien als zeer belangrijk voor een kwalitatieve woon- en leefomgeving, onder andere omwille van zijn gunstige invloed op milieu en gezondheid (luchtzuivering, regulatie van geluidsoverlast, enz…), sociale (ruimte voor sociale contacten) en stedelijke aspecten (promotie van de stad, aantrekken van bewoners, enz…).
  • Een groene omgeving verhoogt de waarde van de woonomgeving door een aangenamer zicht vanuit de woning of tuin, een aangenamer kader voor functionele verplaatsingen en meer en betere mogelijkheden voor regelmatige buitenactiviteiten. Huizen en appartementen zijn duurder wanneer ze grenzen aan of nabij parken en andere groene ruimtes, zeker in stedelijke context waar groen schaars is.
  • Actueel is er geen goed beeld van de uitrusting van groene ruimtes voor buitenactiviteiten. Ook onderzoek naar het gebruik van groene ruimtes en de motieven van Vlamingen om groene ruimtes op te zoeken is schaars. Dit vormt een probleem voor de opvolging van de ecosysteemdienst.
  • De waardering van niet-materiële voordelen uit de natuur door mensen heeft een grote invloed op beslissingen rond het beheer en beleid van groene ruimtes. Eerder dan deze te behandelen als een soort van "black box", zouden ze benoemd en gewaardeerd kunnen worden om tot beter overwogen beslissingen te kunnen komen.

Referenties

  • Simoens I., Thoonen M., Meiresonne L. en Van Daele T. (2014). "Hoofdstuk 26 – Ecosysteemdienst groene ruimte voor buitenactiviteiten." (INBO.R.2014.1987887). In Stevens M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Foto's en sfeerbeelden

Relevante kaarten

Extra informatie

Kort overzicht van enkele recente projecten (bv. LNE, LV, ILVO, VLM, Inagro, INBO, provincies, ... en andere partners) met links naar de desbetreffende websites/rapporten.

Foto’s in de hoofding: www.pixabay.com
Laatste update: 23/08/2017

Meest recente berichten