Invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit

Startpagina >>> Invloeden van ecosysteemdiensten >>> Invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit… 

Invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op…


Kort overzicht van de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op voedselproductie

Luchtfiltering door (ruwe) vegetaties kan een positief effect hebben op de voedselproductie in rurale gebieden. Meer info
Atmosferische depositie kan een belangrijke bron zijn van verontreiniging van landbouwareaal met zware metalen. Meer info
Depositie van zware metalen in bepaalde emissiegebieden kan leiden tot accumulatie ervan in diverse voedselproducten. Meer info
Aanwezigheid van “regional haze” (smog), versterkt door vorming van secundair organisch aerosol uit BVOS (vluchtige organische stoffen), kan de voedselproductie doen verminderen. Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

Luchtfiltering door (ruwe) vegetaties kan een positief effect hebben op de voedselproductie in rurale gebieden

Luchtfiltering door (ruwe) vegetaties kan voedselproductie in rurale gebieden bestendigen door opname en detoxificatie van ozon (zie NARA-rapport "voedselproductie").

Naar top


Atmosferische depositie kan een belangrijke bron zijn van verontreiniging van landbouwareaal met zware metalen

Atmosferische depositie blijkt de belangrijkste bron van de verontreiniging van het landbouwareaal met zware metalen te zijn in Engeland en Wales (Nicholson et al., 2006). Ook in Vlaanderen levert de atmosferische depositie van zware metalen (gelinkt met industriële activiteiten) een belangrijke bijdrage in de verontreiniging van landbouwpercelen (MIRA, 2010).

Naar top


Depositie van zware metalen in bepaalde emissiegebieden kan leiden tot accumulatie ervan in diverse voedselproducten

Depositie van zware metalen in bepaalde emissiegebieden kan leiden tot accumulatie ervan in eetbare paddenstoelen (opname in vruchtlichamen) bij bepaalde genera (genera Agaricus, Macrolepiota, Lepista and Calocybe) (Kalac en Svoboda, 2000). Opname van zware metalen vormt ook een probleem binnen een bepaalde afstand van autowegen waar planten/bomen met eetbare vruchten groeien. Waarden van Ni en Pb blijken hoger te zijn dan toegelaten waarden in moerbeien op een bepaalde afstand van drukke autowegen in Turkije (Pehluvan et al., 2012).

Naar top


Aanwezigheid van “regional haze” (smog), versterkt door vorming van secundair organisch aerosol uit BVOS (vluchtige organische stoffen), kan de voedselproductie doen verminderen

Aanwezigheid van “regional haze” (versterkt door vorming van secundair organisch aerosol uit BVOS) leidt tot minder fotosynthetisch actieve straling, wat de voedselproductie kan doen verminderen (Chameides et al., 1999).

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op wildbraadproductie

Er is geen directe link aan te tonen tussen wildbraadproductie en de regulatie van luchtkwaliteit

Er is geen directe link met de regulatie van luchtkwaliteit aan te tonen.

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op houtproductie

Bij een matige toename van de stikstofdepositie is er een versnelde houtgroei door toegenomen assimilatie en bemestingseffect. Meer info
Groeivermindering kan optreden door indirecte effecten ten gevolge van overmatige stikstofdepositie en verzuring. Meer info
Bij blootstelling aan hoge ozonconcentraties bestaat er een negatieve impact op de houtproductie (verminderde biomassaproductie). Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

Bij een matige toename van de stikstofdepositie is er een versnelde houtgroei door toegenomen assimilatie en bemestingseffect

Bij een matige toename van de stikstofdepositie is er een versnelde houtgroei door toegenomen assimilatie (Smart et al., 2011). De extra afgevangen stikstof zorgt voor een bemestingseffect in bosbestanden waar stikstof in het verleden groei-limiterend was (De Vries et al., 2006).

Naar top


Groeivermindering kan optreden door indirecte effecten ten gevolge van overmatige stikstofdepositie en verzuring

In een latere fase kan groeivermindering optreden door indirecte effecten ten gevolge van overmatige stikstofdepositie en verzuring. Vaak zorgt dergelijke depositie ook voor standplaatsdegradatie of afname van de bodemvruchtbaarheid. Een overschrijding van de kritische last m.b.t. het induceren van vermestingseffecten die kan leiden tot een onevenwichtige voedingsbalans, impliceert een grotere risico op negatieve effecten op de houtproducerende dienst van het bos op lange termijn.

Naar top


Bij blootstelling aan hoge ozonconcentraties bestaat er een negatieve impact op de houtproductie (verminderde biomassaproductie)

Er bestaat een negatieve impact (verminderde biomassaproductie) ten gevolge van blootstelling aan hoge ozonconcentraties. Zo grijpen er in planten detoxicificatieprocessen van ozon plaats door bv. emissie van bepaalde isoprenoides of productie van antioxidanten. Deze impliceren een belangrijke C-investering en leiden bijgevolg tot aanwasverlies. Blootstelling aan hoge ozonconcentraties leidt tot een verminderde stomataire geleidbaarheid, fotosynthese en bijgevolg ook minder CO2-opname. De negatieve impact uit zich zowel in een verminderde bovengrondse als ondergrondse biomassaproductie (Matyssek et al., 2007). Overschrijding van de AOT40-index (m.a.w. Accumulate exposure over a threshold of 40 ppb) boven 5000 of 10000 ppbuur, leidt tot resp. 5% of 10% bovengronds biomassaverlies. Het kritische niveau van 5000 ppbuur voor bescherming van bos (UN-ECE, 2010), wordt in Vlaanderen op vele plaatsen ruimschoots overschreden (Van steertegem, 2012).

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op de productie van biomassa-energie

Sorry, er zijn geen invloeden beschreven...

Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op waterproductie

Toename in de bosgroei (door bv. verhoogde stikstofdepositie) leidt doorgaans tot toename in de water storage en interceptie. Meer info
Soms treden versterkte waterverliezen op door een ontregeling van het stomatair apparaat. Meer info
De aanwezigheid van naaldbos kan - door de hogere (interceptie)verdamping - een negatieve invloed hebben in waterwinnings- en infiltratiegebieden. Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

Toename in de bosgroei (door bv. verhoogde stikstofdepositie) leidt doorgaans tot toename in de water storage en interceptie

Toename in de bosgroei (door bv. verhoogde stikstofdepositie) leidt doorgaans tot toename in de water storage en interceptie (ROTAP, 2012). Water filtreert doorheen de bosbodem en rijkt daarbij het grondwater aan.

Naar top


Soms treden versterkte waterverliezen op door een ontregeling van het stomatair apparaat

Soms treden versterkte waterverliezen (stomatair) op door een ontregeling van het stomatair apparaat. Vertraagde sluiting en opening van de stomata leidt tot versterkte waterverliezen. In het geval van een stomataire sluiting (door bv. droogte- of ozonstress), worden de waterverliezen beperkt.

Naar top


De aanwezigheid van naaldbos kan - door de hogere (interceptie)verdamping - een negatieve invloed hebben in waterwinnings- en infiltratiegebieden

Soms zijn er belangrijke verschillen in totale verdamping, afhankelijk van bodemtype en boomsoort. Er is doorgaans een sterkere interceptieverdamping bij naaldbos (d.w.z. verdamping van geïntercepteerd water tijdens en na neerslagbuien). De aanwezigheid van naaldbos is door de hogere (interceptie)verdamping minder aangewezen bij aanplanting in waterwinnings- en infiltratiegebieden.

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op natuurlijke waterzuivering

De aanwezigheid van een bosecosysteem (bomen, micro-organismen en bodem) zal in principe bijdragen tot een verbeterde waterkwaliteit. Meer info
Oordeelkundige aanplanting van rivierbossen kan daarbij de waterkwaliteit drastisch verbeteren. Meer info
Bodem- en grondwaterkwaliteit kunnen negatief beïnvloed worden door bv. uitspoeling uit stikstofverzadigde en verzuurde bosecosystemen. Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

De aanwezigheid van een bosecosysteem (bomen, micro-organismen en bodem) zal in principe bijdragen tot een verbeterde waterkwaliteit

De aanwezigheid van een bosecosysteem (bomen, micro-organismen en bodem) zal op zich wel bijdragen tot een verbeterde waterkwaliteit, doordat bomen de water flow vertragen en sediment invangen. Wortels houden de bodem poreus, terwijl de micro-organismen polluenten afbreken en bodempartikels contaminanten (bv. pesticiden) invangen.

Naar top


Oordeelkundige aanplanting van rivierbossen kan daarbij de waterkwaliteit drastisch verbeteren

Rivierbossen worden erkend als effectieve filters voor nutriënten zoals stikstof, fosfor, calcium, kalium, zwavel en magnesium (Lowrance et al., 1984a, 1984b, 1986). Rivierbossen zijn zeer efficiënt bij bijvoorbeeld de verwijdering van stikstof uit agrarische run-off (Lowrance et al., 1985). Oordeelkundige aanplanting van rivierbossen kan daarbij de waterkwaliteit drastisch verbeteren (Tomer, 2005). Rivierbossen vertragen de transfer van contaminanten (pathogenen, toxische stoffen, pesticiden) naar oppervlaktewaters en verhogen de kans dat contaminanten worden gesekwestreerd in oeversedimenten. Deze worden daar geadsorbeerd in de kleifractie of getransformeerd via microbiële en chemische processen (Johnston et al., 1984).

Naar top


Bodem- en grondwaterkwaliteit kunnen negatief beïnvloed worden door bv. uitspoeling uit stikstofverzadigde en verzuurde bosecosystemen

De captatie van stikstof door bossen kan leiden tot een verminderde bodem- en grondwaterkwaliteit door bijvoorbeeld uitspoeling van nitraat- of aluminiumconcentraties uit stikstofverzadigde en verzuurde bosecosystemen. Door de hoge bemestingsdruk vormt het landbouwareaal echter een veel grotere bron van stikstofdoorslag dan bos (Hallberg and Keeney, 1993).

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op natuurlijke bestuiving

De regulatie van de luchtkwaliteit heeft een positief effect op de bestuiving. Meer info
Het maximaal nastreven van luchtfiltering van fijn stof door aanplanting van naaldbomen leidt tot minder geschikt habitat voor bestuivers. Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

De regulatie van de luchtkwaliteit heeft een positief effect op de bestuiving

De ESD regulatie luchtkwaliteit heeft een positief effect op de regulatie bestuiving. Er zijn duidelijke aanwijzingen voor effecten van luchtverontreiniging op bestuivingsmechanismen. Aanwezigheid van bepaalde polluenten zoals ozon, kunnen de activiteit van bestuivers verstoren en de bestuiving zo verminderen. Polluenten binden zich aan bepaalde geurmoleculen die in een geurvlag verspreid worden (McFrederick et al., 2008). Het filterende vermogen leidt tot zuiverder lucht, wat zich vooral in de onderetage van bossen laat gevoelen. Zo lagen de concentraties van SO2 en O3 in een dennenbestand resp. 20 tot 13% lager onder het kronendak dan erboven (Overloop et al., 1999). De betere luchtkwaliteit binnen een bos kan leiden tot minder verstoring van geurgordijnen. Aanwezigheid van gestructureerd bos met vele (boom)soorten bestendigt bovendien het aanbod van bloem- en bladnectar gedurende gans het groeiseizoen. Daarenboven werkt een grote diversiteit aan bomen/struiken bij tot een meer gevarieerde kruidvegetatie, geschikt als nectarbron voor honingbijen of andere bestuivende insecten.

Naar top


Het maximaal nastreven van luchtfiltering van fijn stof door aanplanting van naaldbomen leidt tot minder geschikt habitat voor bestuivers

Het maximaal nastreven van luchtfiltering van fijn stof door aanplanting van naaldbomen zal een negatieve impact hebben op de habitatkwaliteit voor bestuivers.

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op natuurlijke plaagcontrole

Positieve invloed van een toename in groene infrastructuur op plaagbeheersing (door betere leefomstandigheden voor predatoren). Meer info
Het luchtzuiverend vermogen van bossen kan negatieve effecten veroorzaken op het vlak van plaagbestrijding. Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

Positieve invloed van een toename in groene infrastructuur op plaagbeheersing (door betere leefomstandigheden voor predatoren)

Meer groene infrastructuur in het agrarisch en stedelijk milieu biedt meer mogelijkheden voor regulatie van luchtkwaliteit en kan mogelijk leiden tot betere leefomstandigheden voor predatoren, en aldus een betere resistentie van het agrarisch landschap tegen het optreden van bepaalde plagen.

Naar top


Het luchtzuiverend vermogen van bossen kan negatieve effecten veroorzaken op het vlak van plaagbestrijding

Het luchtzuiverend vermogen van bossen kan negatieve effecten op het vlak van plaagbestrijding veroorzaken. Stikstofovermaat kan bijvoorbeeld leiden tot verhoogde gevoeligheid voor schimmel- en insektenaantastingen (Erisman en De Vries, 2000). Bomen zijn fysiologisch verzwakt waardoor ze gevoeliger zijn voor vorst, droogte en biotische schadefactoren. Depositie van (waterdamp aantrekkende) ammoniumzouten op het bladoppervlakte bossen verhoogt de bladnatheid bij populier wat tot meer aantastingen leidt (Pinon et al., 2006). Doorgaans zijn meer soortenrijke, gestructureerde bossen beter gewapend tegen pathogenen dan monoculturen.

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op het behoud van de bodemvruchtbaarheid

De regulatie van de luchtkwaliteit heeft een negatieve invloed op de ESD bodemvruchtbaarheid

De regulatie van de luchtkwaliteit heeft een negatieve invloed op de ESD bodemvruchtbaarheid. Door de efficiënte filtering van stikstof- en zwavelhoudende componenten door bossen, worden de verzurings- en vermestingsprocessen, vooral op armere bosbodems versterkt (Erisman en De Vries, 2000). De verzuring leidt tot het verlies aan buffercapaciteit, waardoor de pH van de bodem verder daalt en basische kationen verder uitspoelen. Dit leidt samen met stikstofovermaat tot een onevenwicht in de voedingsbalans. De bodemverzuring leidt verder tot een verminderde bodembiologische activiteit, met verlies aan diepgravende regenwormen en verschuiving in het soortenspectrum van micro-organismen. Bodemverzuring heeft tevens tot gevolg dat bepaalde zuurgevoelige en veeleisende soorten, zoals linde en kers, niet meer succesvol aangeplant kunnen worden. Overmatig ESD gebruik kan dus de bodemgeschiktheid voor bepaalde boomsoorten en planten in te toekomst in zekere mate gaan hypothekeren. Overmatige captatie van stikstof leidt in bepaalde bostypes tot een vertraagde strooiselafbraak. Er treedt accumulatie van organisch materiaal op door een verminderde afbraak in de latere fase van strooiselafbraak (Berg et al., 1995). Wanneer deposities afnemen, kan de afbraak daarentegen microbieel versneld worden wat tot verhoogde DOC-concentraties (dissolved organic carbon) in het bodemwater kan leiden (Verstraeten et al., 2014) wat tot koolstofverlies in bodem kan leiden. De historische atmosferische depositie van zware metalen leidt tot de accumulatie ervan in het ecosysteem, vooral in de organische en minerale bodemlagen. Bepaalde boomsoorten staan bekend als Cd en Zn-accumulators (Lettens et al., 2011) en brengen zware metalen versneld in omloop. Dit kan leiden tot hoge concentraties in de strooisellaag, waar er verhoogde biologische activiteit is (Van Nevel et al., 2013; Van Nevel et al., 2011). Verhoogde verzuring van de toplagen, als gevolg van de filterende werking van het bos, leidt eveneens tot verhoogde oplosbaarheid van zware metalen. Op het vlak van bodemvruchtbaarheid is het luchtfilterend vermogen van bossen dus bijzonder nefast en ongewenst indien de kritische last m.b.t. verzurings- en vermestingseffecten van het bosecosysteem in kwestie overschreden wordt.

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op verbetering van de luchtkwaliteit

Vermits luchtverontreiniging een grensoverschrijdend probleem is, kan de levering van deze dienst hier in Vlaanderen de druk op diensten elders doen afnemen. Meer info
Het gebruik van deze ecosysteemdienst bij te hoge polluentconcentraties kan tot een minder efficiënte luchtzuivering leiden. Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

Vermits luchtverontreiniging een grensoverschrijdend probleem is, kan de levering van deze dienst hier in Vlaanderen de druk op diensten elders doen afnemen

Vermits luchtverontreiniging een grensoverschrijdend probleem is, kan het gebruik van deze dienst hier in Vlaanderen de druk op diensten elders doen afnemen. Het is echter niet duidelijk hoe groot de impact is. Dit is een probleem dat op (sub)globale schaal moet worden aangepakt. Inspanningen die één regio levert, volstaan niet om de vraag elders te helpen verminderen. Vlaanderen is momenteel een netto-exporterend land wat betreft luchtvervuiling (bron opzoeken).

Naar top


Het gebruik van deze ecosysteemdienst bij te hoge polluentconcentraties kan tot een minder efficiënte luchtzuivering leiden

Er bestaan te veel negatieve feedback-mechanismen die het gebruik van de ESD luchtzuivering kunnen beïnvloeden (zie NARA-rapport "Regulatie van luchtkwaliteit"). Daardoor is het niet altijd mogelijk om het gebruik van deze ESD juist in te schatten. Deze feedback mechanismen moeten niet alleen via onderzoek beter begrepen worden, maar moeten ook in modellen geïncorporeerd worden. Deze kennis is noodzakelijk om precieze voorspellingen voor afvang te kunnen verrichten en het aanbod van de ESD beter te kwantificeren. Er moet beseft worden dat bossen en groenelementen in het algemeen niet onbeperkt kunnen aangewend worden om deze ESD te vervullen. Het is tevens niet duidelijk in welke mate de luchtkwaliteitsverbetering die merkbaar is bij bepaalde polluenten zoals SO2 en gerealiseerd werd door efficiënte filtering aan de bron, het filterend vermogen van het bos op termijn zal verbeteren. (Pagina 41: Grove den, zwarte els, lork, Noorse esdoorn, Spaanse aak, es en ruwe berk verwijderen het meest de verontreinigende stoffen zonder zelf bij te dragen tot de vorming van nieuwe verontreinigende stoffen.)

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op vermindering van geluidsoverlast

Opgaand groen en landschapselementen langs drukke verkeerswegen en in een stedelijke omgeving hebben ook een geluidsreducerende werking. Meer info
Er is geen directe link aan te tonen tussen regulatie van de luchtkwaliteit en regulatie van geluidsoverlast. Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

Opgaand groen en landschapselementen langs drukke verkeerswegen en in een stedelijke omgeving hebben ook een geluidsreducerende werking

Opgaand groen en landschapselementen langs drukke verkeerswegen en in een stedelijke omgeving hebben ook een geluidsreducerende werking. Vlaanderen is momenteel een netto-exporterend land wat betreft luchtvervuiling (bron opzoeken).

Naar top


Er is geen directe link aan te tonen tussen regulatie van de luchtkwaliteit en regulatie van geluidsoverlast

Er is geen directe link met de regulatie van luchtkwaliteit aan te tonen.

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op vermindering van erosie

De luchtregulerende werking van bos heeft geen invloed op de regulatie van erosierisico's

De luchtregulerende werking van bos heeft geen invloed op de regulatie van erosierisico's.

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op overstromingsbeheer

De luchtregulerende werking van bos heeft geen invloed op de regulatie van overstromingsrisico's

De luchtregulerende werking van bos heeft geen invloed op de regulatie van overstromingsrisico's.

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op kustbescherming

Er kan geen direct verband aangetoond worden tussen kustbescherming en de regulatie van luchtkwaliteit

Er kan geen direct verband met de regulatie van luchtkwaliteit aangetoond worden.

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op de regulatie van het globaal klimaat

Het netto-effect op de broeikasgasbalans is moeilijk in te schatten voor de belangrijkste broeikasgassen

Er zijn zowel positieve als negatieve feedbacks die uitgaan van het luchtzuiverende vermogen, waardoor het netto-effect van deze ecosysteemdienst op de opmaak van de broeikasgasbalans moeilijk in te schatten is bij de belangrijkste broeikasgassen (N2O, CH4, CO2, O3). De bodememissie van N2O (lachgas) en NO (precursor van troposferisch ozon) is belangrijk in stikstofverzadigde ecosystemen. Dit is een gevolg van de historische stikstofdepositie (Pilegaard et al., 2006; Skiba et al., 1999). Er is een milderende impact door stomataire opname en “quenching” van ozon, waardoor ozonconcentraties verlaagd worden. Daarnaast kan de aanwezigheid van ozon in de atmosfeer versterkt worden door isopreenemissies bij bepaalde loofboomsoorten, zoals wilgachtigen, en vooral bij een lage VOS/NOx verhouding in de atmosfeer. Er is een verhoogde sekwestratie van CO2 in de houtmassa door de verhoogde stikstofdepositie (Magnani et al., 2007; Sutton et al., 2008). Anderzijds bestaan er bij overmatige stikstofdepositie ook negatieve (indirecte) effecten op de vitaliteit en groei van bos (Erisman en De Vries, 2000). De opname van methaan (biologische methaanoxidatie door bacteriën) is een belangrijk proces in bosbodems. Methaanoxidatie wordt echter gereduceerd bij hogere stikstofdeposities in bossen (Butterbach-Bahl et al., 2002). Methaanemissie draagt sterk bij tot de opwarming van het klimaat en versterkt de vorming van ozon (EEA, 2013).

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van verbetering van de luchtkwaliteit op groene ruimte voor recreatie

De regulatie van de luchtkwaliteit heeft een gunstige invloed op het vlak van de recreatie en beleving. Meer info
Positieve invloed van een toename in groene infrastructuur (i.f.v. de verbetering van de luchtkwaliteit) op recreatie en landschapsbeleving. Meer info
Het maximaal nastreven van luchtfiltering van fijn stof door aanplanting van naaldbomen heeft een negatieve impact op de biodiversiteit. Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

De regulatie van de luchtkwaliteit heeft een gunstige invloed op het vlak van de recreatie en beleving

De regulatie van de luchtkwaliteit heeft een gunstige invloed op het vlak van de recreatie en beleving. In geval van luchtfiltering creëer je zuiverder lucht in bos voor de recreant (Houben et al., 2006). Het fijn stof komt terecht op het bladerdek en in de randen van het bos, waardoor de luchtkwaliteit onder het bladerdek relatief goed is (zie bestuiving). Bosgebieden kunnen op zich dus wel belangrijke oases van betere luchtkwaliteit vormen, temeer omdat ze ook de concentraties van andere luchtverontreinigingen zoals zwaveloxiden, ammoniak en ozon kunnen verlagen. Door detoxificatie van ozon en zuivering van de lucht kan er een verbeterde beleving optreden. Het is bekend dat ammoniumzouten in fijn stof (PM2.5 ) leiden tot een beperkte zichtbaarheid (Barthelmie en Pryor, 1998). Captatie van fijn stof door bos kan leiden tot een betere zichtbaarheid.

Naar top


Positieve invloed van een toename in groene infrastructuur (i.f.v. de verbetering van de luchtkwaliteit) op recreatie en landschapsbeleving

Meer groene infrastructuur in het agrarisch en stedelijk milieu biedt meer mogelijkheden voor regulatie van luchtkwaliteit en kan een bijdrage leveren aan betere recreatiemogelijkheden en landschapsbeleving.

Naar top


Het maximaal nastreven van luchtfiltering van fijn stof door aanplanting van naaldbomen heeft een negatieve impact op de biodiversiteit

Het maximaal nastreven van luchtfiltering van fijn stof door aanplanting van naaldbomen zal een negatieve impact hebben op de biodiversiteit, omwille van de slechte strooiselkwaliteit van naaldbomen.

Naar top


Referenties

  • Neirynck J. en Stevens M. (2014). "Hoofdstuk 19- Ecosysteemdienst regulatie van luchtkwaliteit." (INBO.R.2014.1986607). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Foto’s in de hoofding: www.pixabay.com
Laatste update: 11/02/2017

Meest recente berichten