Invloeden van behoud van bodemvruchtbaarheid

Startpagina >>> Invloeden van ecosysteemdiensten >>> Invloeden van het behoud van bodemvruchtbaarheid… 

Invloeden van het behoud van bodemvruchtbaarheid op…


Kort overzicht van de invloeden van het behoud van bodemvruchtbaarheid op voedselproductie

Een goede bodemvruchtbaarheid geeft meer voedselopbrengst. Meer info
Een gezonde bodemgemeenschap kan bodemgebonden ziekteverwekkers en pathogenen die tot gewasopbrengstverliezen leiden (deels) onder controle houden. Meer info
Sommige maatregelen (bv. groenbedekkers) kunnen tot zowel gewenste als ongewenste effecten leiden: goed inzicht is vereist om negatieve effecten te vermijden.  Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

Een goede bodemvruchtbaarheid geeft meer voedselopbrengst

De chemische, fysische en biologische bodemvruchtbaarheid is fundamenteel voor de voorziening van voedingsstoffen, vocht en lucht van gewassen. Het niet behouden van de bodemvruchtbaarheid, m.a.w. bodemdegradatie, zal de voedselproductie verminderen. Er zijn dus sterke relaties tussen bodemvruchtbaarheid en voedselproductie (Powlson et al., 2011), maar wat goed is voor het ene gewas is niet per sé goed voor het andere gewas. Vroeger was de rol van de Vlaamse bodem in de voedselvoorziening voor de Vlaming ook groter dan nu. Enerzijds wordt het grootste deel van ons voedsel vanuit het buitenland geïmporteerd. Anderzijds zijn een aantal landbouwsystemen minder grondgebonden geworden (bvb. hydrocultuur, aardbeienteelt met beregening, enz…). In het NARA-rapport "Ecosysteemdienst voedselproductie" vermeldt men dat de bijdrage van bodembiodiversiteit aan voedselproductie is nog maar beperkt begrepen is (Swift et al. 2004; Barrios 2007) en dit kennisgebrek is deels veroorzaakt door de beperkte erkenning van het belang van bodembiodiversiteit voor de fysische en –chemische bodemkenmerken en deels door de hoge diversiteit aan bodemorganismen en de praktische moeilijkheden om de organismen te determineren en te bepalen voor welke functies ze deels verantwoordelijk zijn (Lavelle & Spain 2001). Meer informatie over de rol van bodembiodiversiteit vindt u in hoofdstuk 2.1.1 van dit NARA-rapport.

Naar top


Een gezonde bodemgemeenschap kan bodemgebonden ziekteverwekkers en pathogenen die tot gewasopbrengstverliezen leiden (deels) onder controle houden

Bodemgebonden ziekteverwekkers en pathogenen veroorzaken enorme jaarlijkse gewasopbrengstverliezen en deze ziekteverwekkers en pathogenen kunnen (deels) door een gezonde bodemgemeenschap onder controle gehouden worden door predatie en parasitisme (Susilo et al. 2004).

Naar top


Sommige maatregelen (bv. groenbedekkers) kunnen tot zowel gewenste als ongewenste effecten leiden: goed inzicht is vereist om negatieve effecten te vermijden

Een maatregel kan tot het beoogde effect resulteren (bv. meer regenwormen), maar terzelfdertijd ook minder gewenste effecten veroorzaken (bv. meer plantparasitaire aaltjes). Inzicht in beide effecten is nodig. Als voorbeeld wordt de maatregel ‘groenbedekker’ besproken (Dhose et al. 2012). Groenbedekkers hebben een positieve invloed op de afbrekers van organisch materiaal omdat ze het voedselaanbod voor deze organismen verhogen. De plantenwortels van de nog levende groenbedekkers scheiden suikers af en later vormt de in de bodem ingewerkte groenbedekker een voedselbron. Groenbedekkers leven ook in symbiose met mycorrhiza. Maar, sommige groenbedekkers kunnen ook een positief effect hebben op plantparasitaire nematoden doordat groenbedekkers de waardplanten zijn van bepaalde aaltjes. Dit effect kan voorkomen worden door (1) geen groenbedekker uit te zaaien die tot dezelfde familie behoort als de volgteelt en (2) het toepassen van aaltjesreducerende teelttechniek, zijnde een voldoende lange groeiperiode (dus tijdig inzaaien). Daarnaast dienen de bodemtemperatuur en -vochtigheid voldoende hoog te blijven. Groenbedekkers hebben ten slotte ook zowel een positief als negatief effect op regenwormen. Regenwormen hebben de voorkeur voor een bedekte bodem en verkiezen plantenbladeren boven plantenwortels als voedselbron (Valckx et al. 2009). Het negatieve effect is het gevolg van het afdoden en inwerken van groenbedekkers (zodat het hoofdgewas kan ingezaaid worden) waarbij schadelijke isothiocyanaten vrijkomen, die een potentieel negatief effect op de wormenpopulatie kunnen hebben. Maar dit schadelijk effect neemt snel af (Valckx et al. 2009). Voor meer informatie wordt verwezen naar hoofdstuk 18 ecosysteemdienst behoud bodemvruchtbaarheid en hoofdstuk 21 ecosysteemdienst regulatie van erosierisico.

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van het behoud van bodemvruchtbaarheid op wildbraadproductie

Sorry, er zijn geen invloeden beschreven...

Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op houtproductie

Een goede bodemvruchtbaarheid geeft meer houtopbrengst

Opdat het bos hout zou kunnen leveren, hebben de bomen voor hun groei nood aan de levering van nutriënten die ze via hun wortels uit de bodem opnemen. Bodems met een gunstige vochtlevering, waterbergend vermogen, en mineralogische samenstelling kunnen een hogere productie garanderen. Verschillende boomsoorten, aangeplant met het oog op houtproductie, stellen verschillende eisen aan de bodemvruchtbaarheid. Een beuk groeit en ontwikkelt goed op een goed doorwortelbare, voedselrijke leem – of lösshoudende of enigszins kleihoudende bodem maar verdraagt geen snel uitdrogende bodem. Eiken, daarentegen, kunnen in leven blijven op arme, droge zandgronden en ontwikkelen zich het beste op zuurstofrijke, organische stof – en leemhoudende zandgronden met een regelmatige vochtvoorziening. Hun wortelstelsel wordt echter snel aangetast door wateroverlast. Populier stelt hoge eisen aan de bodemvruchtbaarheid. Te natte, te zure of verzopen bodems zijn niet geschikt. Grove den stelt weinig eisen aan de voedingstoestand van de bodem. Daardoor is de soort uitermate geschikt voor de arme, losse zandgronden maar een weinig bijmenging van klei en/of voldoende orgnanische stof kan de productiviteit van de soort aanzienlijk verbeteren (De Vos, 2000).

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op productie van biomassa-energie

Een goede bodemvruchtbaarheid geeft meer opbrengst aan energiegewassen

De meeste energiegewassen, zowel één – als meerjarige teelten, stellen relatief hoge eisen aan de bodemvruchtbaarheid om een hoge biomassaproductie te garanderen. Houtachtige gewassen zoals populier en wilg geven de voorkeur aan niet zure, vochtige, lemige, zand-, leem- en kleigronden rijk aan organische stof (De Vos, 2000). Bij de interactie tussen beide ESDs, duikt er een negatieve trade-off op. Ten behoeve van het behoud van bodemvruchtbaarheid, worden gewasresten best op het veld gelaten, eventueel ingeploegd of samen met organische meststoffen terug op het veld gebracht om zo de organische stof in de bodem op peil te houden of te verhogen. Op die manier is stro met zijn hoge C:N verhouding een interessante bodemverbeteraar. De keerzijde van de medaille, is dat deze biomassa niet meer beschikbaar is voor energieproductie (Weiser et al., 2014).

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op waterproductie

Bodembeheer gericht op behoud (fysische) bodemvruchtbaarheid verhoogt het waterbergend en -infiltrerend vermogen

De bodem vormt een essentiële schakel in de watercyclus omdat hij infiltratiemogelijkheden biedt of bepaalt waar water kan uitlogen of afstromen. Water infiltreert beter in een bodem met een goede kruimelige structuur ten gevolge van een hoge bodembiologische activiteit (Bardgett et al., 2001) welke tevens de bodems zijn met een hoge bodemvruchtbaarheid. Ook de verdere percolatie van het water door de bodem wordt bevorderd door de aanwezigheid van de bodemaggregaten. Het inwerken van oogstresten helpt bij het op peil houden van de organische stof in de bodem en verhoogt tevens het waterbergende vermogen waardoor dan ook weer de gewassen gemakkelijker voedingsstoffen kunnen opnemen.

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van het behoud van bodemvruchtbaarheid op natuurlijke waterzuivering

Het inzaaien van groenbedekkers en zorgvuldig beheer met vruchtwisseling vermindert de uitspoeling van nutriënten tussen gewasrotaties . Meer info
Het tegengaan van het verlies van de vruchtbare toplaag door watererosie zorgt voor een verminderde modderlast in het oppervlaktewater. Meer info
Het gebruik van organische meststoffen beperkt het kunstmestgebruik, met als gevolg een vermindering van de belasting van het oppervlaktewater. Meer info
Het toepassen van biologische plaagbestrijding beperkt het pesticidengebruik, met als gevolg een vermindering van de belasting van het oppervlaktewater. Meer info
De aanwezigheid van organisch materiaal in de bodem verbetert het zuiverend vermogen en dus ook de waterkwaliteit van oppervlakte- en grondwater. Meer info
Organisch materiaal in de bodem verhoogt de aanvulling en de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater (via toename van het waterbergend vermogen). Meer info
Overmatig gebruik van meststoffen kan de waterkwaliteit negatief beïnvloeden (via uitspoeling van nitraten en fosfaten naar het oppervlakte- en grondwater). Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

Het inzaaien van groenbedekkers en zorgvuldig beheer met vruchtwisseling vermindert de uitspoeling van nutriënten tussen gewasrotaties

Verschillende landbouwpraktijken gericht op het behoud van de bodemvruchtbaarheid komen ook de regulatie van waterkwaliteit ten goede. Het inzaaien van groenbedekkers en zorgvuldig beheer met vruchtwisseling vermindert de uitspoeling van nutriënten tussen gewasrotaties (Askegaard et al., 2005; Hansen et al., 2007; Faber et al., 2009).

Naar top


Het tegengaan van het verlies van de vruchtbare toplaag door watererosie zorgt voor een verminderde modderlast in het oppervlaktewater

Verschillende landbouwpraktijken gericht op het behoud van de bodemvruchtbaarheid komen ook de regulatie van waterkwaliteit ten goede. Het tegengaan van het verlies van de vruchtbare toplaag door watererosie, zorgt voor een verminderde modderlast in het oppervlaktewater.

Naar top


Het gebruik van organische meststoffen beperkt het kunstmestgebruik, met als gevolg een vermindering van de belasting van het oppervlaktewater

Verschillende landbouwpraktijken gericht op het behoud van de bodemvruchtbaarheid komen ook de regulatie van waterkwaliteit ten goede. Het gebruik van organisch meststoffen (compost, stalmest) beperkt het kunstmestgebruik, met als gevolg een vermindering van de belasting van het oppervlaktewater. Daardoor hoeven er ook minder kosten gemaakt te worden voor het handhaven van de waterkwaliteit.

Naar top


Het toepassen van biologische plaagbestrijding beperkt het pesticidengebruik, met als gevolg een vermindering van de belasting van het oppervlaktewater

Verschillende landbouwpraktijken gericht op het behoud van de bodemvruchtbaarheid komen ook de regulatie van waterkwaliteit ten goede. Het toepassen van biologische plaagbestrijding beperkt het pesticidengebruik, met als gevolg een vermindering van de belasting van het oppervlaktewater. Daardoor hoeven er ook minder kosten gemaakt te worden voor het handhaven van de waterkwaliteit.

Naar top


De aanwezigheid van organisch materiaal in de bodem verbetert het zuiverend vermogen en dus ook de waterkwaliteit van oppervlakte- en grondwater

Bodems bezitten het vermogen om verontreiniging op natuurlijke wijze af te breken en om te zetten in onschadelijke stoffen. Dit gebeurt voornamelijk door bacteriën en schimmels. Voorbeelden zijn de afbraak van olie en bestrijdingsmiddelen. De afbraak verloopt meestal via tussenproducten die door verschillende soorten micro-organismen worden afgebroken. Hoe snel dat gaat hangt af van de afbreekbaarheid van de verontreiniging, en van de omstandigheden zoals zuurgraad, bodemtype, aanwezigheid van zuurstof, vochtgehalte, de beschikbaarheid van nutriënten en van microbiële populaties. Deze eigenschappen worden sterk beïnvloed door de aanwezigheid van organisch materiaal in de bodem. De aanwezigheid van organisch materiaal verbetert daarom de waterkwaliteit van oppervlakte- en grondwater (Faber et al., 2009).

Naar top


Organisch materiaal in de bodem verhoogt de aanvulling en de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater (via toename van het waterbergend vermogen)

Het waterregulerend vermogen van bodems wordt mee bepaald door het gehalte aan organisch materiaal (Faber et al., 2009). Dit waterbergend vermogen is ook belangrijk voor de aanvulling en de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater.

Naar top


Overmatig gebruik van meststoffen kan de waterkwaliteit negatief beïnvloeden (via uitspoeling van nitraten en fosfaten naar het oppervlakte- en grondwater)

Een overmatig gebruik van meststoffen kan de waterkwaliteit negatief beïnvloeden via uitspoeling van nitraten en fosfaten naar het oppervlakte- en grondwater.

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op natuurlijke bestuiving

Voor de biodiversiteit is het van belang dat ook de diversiteit van bodems in stand worden gehouden

Voor de biodiversiteit is het van belang dat ook de diversiteit van bodems in stand worden gehouden, onafhankelijk of ze nu een hoge of een lage bodemvruchtbaarheid vertonen. Bepaalde solitaire bijensoorten zoeken voor hun nesten open, zonnige gronden die niet te sterk doorworteld zijn (dus vaak juist gronden met een lage bodemvruchtbaarheid). Op schrale gronden kan dit tussen gras zijn. Ook hommels kunnen nesten in de grond maken (Natuurpunt, 2012).

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op natuurlijke plaagcontrole

Een bodem met een goede biologische bodemvruchtbaarheid heeft vaak een beter ziektewerend vermogen

Een belangrijke manier waardoor een bodem ziektewerend vermogen kan verwerven, is wanneer pathogenen door de aanwezigheid van een algemene concurrentie om voedingsstoffen (bodemfungistasis), predatie en parasitisme, geen kans krijgen. Dit treedt op in bodems met een hoge microbiële activiteit en diversiteit (Wu et al., 2008; Bonanomi et al., 2013). Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen kan de microbiële gemeenschap zodanig verstoren dat pathogenen enige tijd na de behandeling juist toenemen (o.a. Lamers & Westdijk, 2005; van Bruggen et al., 2006). Het selectieve karakter van biologische plaagbestrijding komt ook ten goede voor het behoud van de natuurlijke bodemvruchtbaarheid omdat pesticiden aselectief ook de goede bodemorganismen schade kunnen. In landbouw gaat het beheer van bodemvruchtbaarheid en plaagbestrijding vaak hand in hand (Altieri & Nicholls, 2003). Bodems met een hoog organische stofgehalte en een actieve bodembiologie vertonen een goede bodemvruchtbaarheid en een complexe voedselketen welke het uitgroeien tot een plaag van een bepaalde aantasting in de weg staat. Daarnaast toont onderzoek aan dat het toedienen van overmatige N kunstmeststoffen – in tegenstelling tot organische meststoffen - de gevoeligheid van planten aan insectenvraat kan verhogen (Altieri & Nicholls, 2003) door de verhoogde N concentratie in het blad van het gewas.

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel..

Kort overzicht van de invloeden van het behoud van bodemvruchtbaarheid op het behoud van bodemvruchtbaarheid

Een toenemende bodemvruchtbaarheid zorgt voor een goed ontwikkeld bodemleven, hetgeen ook de levering in de toekomst verder kan versterken. Meer info
Bodems in Vlaanderen (en West-Europa) worden rijker door input van nutriënten vanuit het buitenland, waardoor diverse afwentelingsproblemen ontstaan. Meer info

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

Een toenemende bodemvruchtbaarheid zorgt voor een goed ontwikkeld bodemleven, hetgeen ook de levering in de toekomst verder kan versterken

Een toenemende bodemvruchtbaarheid zorgt voor een goed ontwikkeld bodemleven, hetgeen ook de levering in de toekomst verder kan versterken

Naar top


Bodems in Vlaanderen (en West-Europa) worden rijker door input van nutriënten vanuit het buitenland, waardoor diverse afwentelingsproblemen ontstaan

Een schoolvoorbeeld hoe de Europese (inclusief de Vlaamse) markt een negatieve invloed heeft op het behoud van de bodemvruchtbaarheid elders in de wereld is de productie van soja na ontbossing van grote delen van de Cerrado in Brazilië ten behoeve van de veeteelt in onze streken. In Vlaanderen hebben we een hoge densiteit van niet-grondgebonden intensieve varkensteelt. De binnenlandse productie van voedergewassen is onvoldoende en moet aangevuld worden met eiwitrijk voeder zoals soja. De Europese Unie importeert jaarlijks 39 miljoen ton soja, waarvan 20 miljoen ton uit Brazilië (Watté, 2013). Naast de vernietiging van de biodiversiteit (Ratter et al. 1997), betekent dit tevens een aanslag op de Braziliaanse bodemvruchtbaarheid en andere ecosysteemdiensten. Daarnaast worden de bodems in West-Europe steeds rijker door input van nutriënten vanuit het buitenland. Hierdoor ontstaan “onduurzaamheidsspiralen”: in de arme spiraal wordt door uitputting de bodem steeds minder productief en door ontginning de omgeving vervuild, en in de rijke spiraal worden door overmatige inzet van hulpmiddelen bodemfuncties aangetast en de omgeving eveneens verontreinigd (van Beek en Smit, 2009).

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op verbetering van de luchtkwaliteit

Bij de toediening van kunstmeststoffen kunnen emissies de luchtkwaliteit schaden

Wil men duurzaam gebruik maken van de chemische bodemvruchtbaarheid van de bodem, moeten de nutriënten die onttrokken worden aan de bodem, ook op één of andere manier opnieuw worden aangevoerd. De toedieningswijze van verschillende bemestingsvormen (zoals kunstmeststoffen en drijfmest) kunnen echter een belasting voor de luchtkwaliteit vormen (Galloway et al., 2008). Hoewel de emissies vanuit de landbouw enorm zijn gedaald (daling van 53 naar 7 vermestingsequivalenten tussen 1990 en 2009; www.milieurapport.be), is de landbouw nog steeds verantwoordelijk voor 51 % van de vermestende emissies van N en P in Vlaanderen, voornamelijk afkomstig van de intensieve veeteelt. Men heeft deze daling kunnen realiseren via een vermindering van het aantal dieren (varkens, rundvee en pluimvee), een lagere stikstofinhoud van het voeder, een dalend kunstmestgebruik, hogere gewasopbrengsten, stijgende mestverwerking en het aanwenden van emissie-arme bemestingstechnieken.

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op vermindering van geluidsoverlast

Er is weinig of geen invloed van de bodemvruchtbaarheid op de regulatie van geluidsoverlast

Er is weinig of geen invloed van de bodemvruchtbaarheid op de regulatie van geluidsoverlast.

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op het vermijden van erosie

Een bodem met een goede fysische stabiliteit is minder gevoelig aan erosie

Een bodem met een goede fysische structuur en aggregaatstabilileit, vertoont ook meer weerstand tegen erosie zoals watererosie aan de oppervlakte van een hellende akker of tegen bewerkingserosie. Gewassen die tussen de hoofdteelten in worden gezaaid ter bevordering van de bodem-vruchtbaarheid (groenbedekkers) houden de bodem bedekt en beschermen de bodem dus ook tegen erosie.

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel..

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op overstromingsbeheer

Een bodem met een goede bodemvruchtbaarheid is beter in staat zijn sponswerking te vervullen

Water infiltreert beter in een bodem met een goede bodemstructuur, dus met een goede fysische structuur. Maatregelen die gericht zijn op de infiltratiecapaciteit en het waterbufferend vermogen van de bodem ten goede komen, onder andere het op peil houden van de organische stof, zorgen er dus ook voor dat piekafvoeren naar waterlopen worden afgetopt. Dit draagt bij tot een afname van wateroverlast en minder overstromingen. Deze sponswerking (Richardson & Siccama, 2000) ondersteunt bovendien andere bodemfuncties (vochtregulatie, bodemvruchtbaarheid, ziektewerend vermogen, weerstand tegen wind- en watererosie e.d.). Het waterbergend vermogen, dat vooral gekoppeld is aan aanwezigheid van organische bodembestanddelen, is in zowel akkerland als weiland in de afgelopen decennia sterk aangetast.

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op kustbescherming

Er is weinig of geen invloed van de bodemvruchtbaarheid op kustbescherming

Er is weinig of geen invloed van de bodemvruchtbaarheid op kustbescherming.

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Kort overzicht van de invloeden van het behoud van bodemvruchtbaarheid op de regulatie van het globaal klimaat

Bodems met een hoog organisch stof gehalte stockeren in het algemeen ook meer koolstof. Meer info
Bij bemesting met stikstofhoudende meststoffen worden er stikstofoxiden - een belangrijk broeikasgas - aan de lucht vrijgesteld. Meer info
Niet-kerende bodembewerking kan de emissie van de broeikasgassen N2O en NO mogelijk doen toenemen in vergelijking met conventionele bodembewerking.  Meer info [/one_sixth]

Uitgebreide verklaring bij deze invloeden

Bodems met een hoog organisch stof gehalte stockeren in het algemeen ook meer koolstof

Een goed behoud van bodemvruchtbaarheid meestal hand in hand met een relatief hoog gehalte aan organisch stof. Dit is alvast geldig voor de minerale bodems. Echte organische bodems, zoals veengronden, kennen vaak een zuurstofgebrek dat aan de oorzaak ligt van een slechte afbraak van organisch materiaal. Deze bodems zijn vanuit het standpunt van de bodemvruchtbaarheid niet interessant; voor de opslag van koolstof echter wel. Aan de andere kunnen deze waterverzadigde bodems dan weer een belangrijke bron zijn van andere broeikasgassen (o.a. methaan, Van den Pol-van Dasselaar et al., 1999). Wanneer deze bodems gedraineerd en bewerkt worden, stelt men vaak een verhoogde emissie van koolstofdioxide (CO2) en lachgas (N2O) vast (Langeveld et al., 1997; Jungkunst et al., 2008; Berglund & Berglund, 2011).

Naar top


Bij bemesting met stikstofhoudende meststoffen worden er stikstofoxiden - een belangrijk broeikasgas - aan de lucht vrijgesteld

Beheersmaatregelen gericht op het behoud en bevorderen van de bodemvruchtbaarheid hebben niet altijd een positieve invloed op de regulatie van het globaal klimaat. Bij bemesting met stikstofhoudende meststoffen, worden er stikstofoxiden aan de lucht vrijgesteld (Sutton et al. 2011), een belangrijk broeikasgas.

Naar top


Niet-kerende bodembewerking kan de emissie van de broeikasgassen N2O en NO mogelijk doen toenemen in vergelijking met conventionele bodembewerking

Beheersmaatregelen gericht op het behoud en bevorderen van de bodemvruchtbaarheid hebben niet altijd een positieve invloed op de regulatie van het globaal klimaat. Niet kerende-bodembewerking is positief vanuit het agrarisch oogpunt om het gehalte aan organische stof in de toplaag te verhogen en de bodemstructuur te verbeteren. Qua emissie van broeikasgassen, valt de balans minder positief en mogelijk negatief uit vanwege de toename van lachgas (N2O) en stikstofmonoxide (NO) ten opzichte van conventionele bodembewerking (Six et al., 2002; Li et al., 2005; Dendooven et al., 2012a, 2012b). De onzekerheden naar het netto-effect zijn echter groot en kunnen sterk variëren afhankelijk van de klimaats –en weersomstandigheden. Zo zou zware neerslag op een niet losgewerkte bodem net na een stikstofbemesting tot een verhoogde NO en N2O emissie kunnen leiden (Ball et al., 1999).

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Uitgebreide verklaring bij de invloed van het behoud van bodemvruchtbaarheid op groen ruimte voor recreatie

Er is geen invloed van de bodemvruchtbaarheid op recreatie en landschapsbeleving

Er is geen invloed van de bodemvruchtbaarheid op recreatie en landschapsbeleving. Op sommige locaties kan overbemesting wel een negatieve invloed hebben op de beeldkwaliteit (bv. negatieve perceptie van recreanten t.a.v. sterke netelgroei, maar ook algenbloei in grachten e.d.).

Naar top


Referenties

  • Cools N. en Van Gossum P. (2014). "Hoofdstuk 18 - Ecosysteemdienst behoud van de bodemvruchtbaarheid." (INBO.R.2014.1988205). In Stevens, M. et al. (eds.), "Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen en ecosysteemdiensten in Vlaanderen." Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014.1988582, Brussel.

Foto’s in de hoofding: www.pixabay.com
Laatste update: 11/02/2017

Meest recente berichten